Technische aspecten

In de video hierboven zie je de langste 3S-kabelbaan ter wereld. Hij is 7,9 km lang, en verbindt twee eilanden.
Net als de Westerschelde is dit zout water en moeten de kabels en pylonen dus aan de allerhoogste eisen voldoen.
Deze 3Skabelbaan opende in 2018 en vind je in Hòn Thom in Zuid-Vietnam.

Technische aspecten voor de Westerschelde: wind, hoogte en terminals

Wind en slecht weer
Een kabelbaan over de Westerschelde moet bestand zijn tegen harde wind en stormomstandigheden. 3S-kabelbaansystemen (tricable) zijn ontworpen om veilig te opereren bij windsnelheden tot circa 100–110 km/u. Bij zeer zware stormen (boven deze waarden) wordt de kabelbaan tijdelijk stilgelegd, maar dit komt slechts enkele dagen per jaar voor. In vergelijking met de het fiets-voetveer biedt de kabelbaan een hogere betrouwbaarheid, omdat golfslag en getijden geen invloed hebben.

Hoogte en scheepvaart
De Westerschelde is een hoofdvaarroute naar Antwerpen, waar grote zeeschepen passeren met een formaat tot wel 60–65 m boven water. Voor een veilige doorvaart moet de kabelbaan minimaal dus 70 m vrije doorvaarthoogte boven hoogwater bieden. Dit betekent dat de pylonen circa 100–120 m hoog moeten zijn, vergelijkbaar met moderne windturbines (waar we hier in de provicie veel ervaring mee hebben).

Aantal pylonen en overspanning
De totale afstand Vlissingen–Breskens is ca. 6 km. Technisch haalbaar is een maximale overspanning van circa 3 km, zoals bewezen bij de Peak 2 Peak in Canada (3024 m). Dit betekent dat er minimaal twee tussenpylonen nodig zijn, waardoor de verbinding uit drie velden van 2 km kan bestaan. Alternatief is een 'dog-leg' met pylonen dichter bij de oevers, maar altijd buiten de hoofdvaargeulen en Natura 2000-gebieden.

Terminals Breskens en Vlissingen
De huidige ferryterminals zijn ontworpen voor schepen, niet voor kabelbaanstations. Hoewel de locaties strategisch liggen, moeten er waarschijnlijk geheel nieuwe stations worden gebouwd met de volgende eisen:
- Grote draagconstructies voor kabelwielen en aandrijving.
- Aansluiting op openbaar vervoer, fietsvoorzieningen en parkeerruimte.
- Ruimte voor wachtruimtes, liften/hellingen en ticketing.
- Laad- en onderhoudsvoorzieningen voor cabines.

De bestaande ferryterminals zijn dus als locatie bruikbaar, maar niet qua infrastructuur; volledig nieuwe kabelbaanstations zijn vereist.